Kennis Delen, Kennis Opkrikken

Kinshasa 16 maart 2018. Vier jonge Afro-Caraïbisch-Nederlandse meiden verlaten het internationaal vliegveld N’djili in Congo. Ieder sleept volle handbage en een schoudertas met zich mee, alsof de 8 koffers, waarvoor wij een tweede auto hebben moeten huren, niet genoeg waren om alle spullen mee te nemen van Nederland naar Congo.

Julie, Sylvie, Vanity en Elles kwamen naar Congo om een maand lang hun praktische know how in bepaalde vakken te delen met de meiden van het vakopleidingscentrum GETARIS. Een jaar lang waren ze in Nederland bezig geweest met de voorbereidingen door het organiseren van een sponsor loop ‘rennen voor Congo’, verkopen van Afrikaanse spullen en hapjes ,kopen van beroepsmaterialen en gereedschappen, maken van boekjes als handleiding etc... Julie was een jaar eerder naar Congo geweest op familie bezoek en had toen een succesvolle workshop ‘pruiken maken‘ georganiseerd bij Getaris. Zij merkte hoe veel Congolese vrouwen handig zijn in het maken van spullen en in het aanbieden van diensten waarmee ze hun familie kunnen onderhouden. Ze zag ook hoe die vaardigheden elementair blijven en weinig verfijnd zijn door gebrek aan goede professionele uitrusting.

Bij beroepsopleidingen in Congo is het vaak droogzwemmen. Zo kunnen je naaister worden zonder ooit een naaimachine te hebben gebruiken of ICT-er door alleen de tekening van een computer op een schoolbord te hebben gezien. Dit maakt de beroepen die deze vrouwen uitoefenen erg kwetsbaar, getuige de sterke Chinese concurrentie van de laatste jaren.


Met de bilateraal coöperatie tussen China en Congo sinds 2005 is ook het aantal Chinese particulier bedrijfjes in Congo toegenomen. In vergelijking met deze goed uitgeruste bedrijfjes, doet de huisvlijt van Congolese vrouwen eerder middeleeuws aan. Van oliebollen tot naaiateliers, van winkeltjes tot manicure en pedicure praktijk... De chinese eigenaren hebben een meer ontwikkelde vaardigheid en uitrusting. Zij bieden betere kwaliteit aan de opkomende middenklasse in Congo, zoals Congolezen het ook zien in andere delen van de wereld dankzij de televisie en de social media.


De drang van Julie om praktische vaardigheden van Congolese vrouwen te helpen opkrikken werkte aanstekelijk bij haar vrienden en kennissen in Nederland. Met een team, bestaande uit haar zus Sylvie, vriendinnen Vanity en Elles hebben ze zich in Nederland ingezet om geld bij elkaar te krijgen. Het bedrag werd verdubbeld door de Stichting Anton Constandse, waar Julie werkt. Met het geld werden allerlei werk materialen gemaakt en gereedschappen aangeschaft die niet te krijgen zijn in Congo. Zij maakten een handleiding om bij voorbeeld oorbellen te maken, waarin met getekende schema's alle stappen werden getekend hoe dit in zijn werk gaat, hoe je je product goed kan afwerken en presenteren voor verkoop. 

Na één rustdag in Kinshasa, gingen de vier meiden dag in dag uit naar Getaris, op 15 km afstand van de plek waar zij logeerden. Ondanks de hitte en de drukte van miljoenen mensen in Kinshasa, de turbulente metropool van Congo, ging de meiden vaak in volle bussen waarin mensen tegen elkaar leunen als sardientjes in een blik, of met de motor taxi, ‘de wewa’ die zich slingerend een weg banen op asfaltwegen vol gaten.

Ze hadden alleen wat flesjes water mee. Hier was geen snackbar waar Nederlands jongeren gewend zijn om een tussendoortje te halen, maar aan hun inzet en enthousiasme deed dat niet af. Ze gaven lessen aan 22 vrouwen en maakten tassen van prachtig Afrikaanse stof, leerden ze manicure pedicure, schouder blouses en oorbellen maken. Van te voren hadden ze een rooster gemaakt waarmee ieder van hen aan de slag kon gaan met haar eigen expertise. Tussendoor gingen ze nog naar markten om ontbrekende spullen te kopen. 

De belangstelling was erg groot. De cursisten kwam uit de buurt waar Getaris is gevestigd, een nieuwe uitbreiding van Kinshasa zonder infrastructuur, zandwegen, geen electriciteit, geen waterleiding maar hier en daar een waterpomp. 



Zij waren heel enthousiast en vielen van de ene verbazing in de andere, zoals Evodie, die niet kon begrijpen dat ze zelf haar eigen oorbellen kon maken van een klein lapje van dezelfde stof als haar kleding. Haar omgeving dacht dat de spullen die zij droeg uit Europa kwamen. 






Of Pia die niet wist hoe ze moest beginnen met de bestellingen van pruiken uit haar buurt, nadat zij trots met haar eigengemaakte pruik naar huis was gegaan.


Julie, Sylvie en Vanity willen hun bijdrage aan de verbetering van beroepsvaardigheden in Congo voortzetten. Zij beseffen zich dat Congolese vrouwen veel weten en alleen een zetje nodig hebben om met goede materialen en instructie, verbeterde presentatie en een fijne werkruimte de concurrentie aan te gaan.


Zij willen doorgaan met het geven van trainingen. Ze zijn zich al aan het voorbereiden en hebben diverse spullen die de vrouwen van Getaris gemaakt hebben mee naar Nederland genomen om te verkopen op Facebook en op afrikaanse festivals. 

Kennis delen en opkrikken. Moderniseren. Dat is wat Congo nodig heeft. Getaris draagt een steentje bij.